Een LVB is aan de buitenkant vaak niet zichtbaar. Hierdoor worden personen met een LVB vaak als 'normaal' functionerend behandeld. Eisen die vanuit de omgeving en maatschappij worden gesteld, kunnen te hoog zijn voor een persoon met een LVB. Zij worden overvraagd op gebied van wonen, werken, huishouden, zelfzorg, het opkomen voor zichzelf en digitalisering. De verwachtingen en manier van communiceren van de overheid zijn vaak een struikelblok.
Overvraging leidt tot stress of een gevoel van falen. Veranderingen in de balans tussen werk, dagbesteding en privé hebben directe invloed op het gedrag en welbevinden van de persoon met een LVB. Het is voor hen lastig zaken in perspectief te zien en reëel te blijven. Dit kan zich uiten in probleemgedrag, vluchtgedrag, doemdenken of zelfs ongewenst sociaal gedrag, zoals criminaliteit en agressie. De consequenties hiervan kunnen zij zelf soms niet helemaal overzien.
Ook ondervraging of 'pamperen' kan tot problemen leiden. Wanneer een omgeving of situatie té veilig is en/of teveel wordt afgestemd op de beperking, komt de persoon met een LVB niet tot verdere ontwikkeling en kan er zelfs sprake zijn van achteruitgang.
In samenwerking met een netwerk van ouders, familie en/of hulpverlening kan de over- of ondervraging tijdig worden gesignaleerd. Bij preventief ingrijpen kunnen vervelende of ongewenste situaties worden voorkomen.