Mensen met een verstandelijke beperking hebben vaak te kampen met co-morbiditeiten. Bij het syndroom van Down is het vroeg opsporen en behandelen van deze zogeheten co-morbiditeiten erg belangrijk. Het kan naast de lichamelijke gezondheid, ook de geestelijke en sociale ontwikkeling bevorderen.
Het is daarom erg belangrijk om actief naar co-morbiditeit te zoeken en periodieke screeningsprogramma's uit te voeren. U kunt hiervoor in eerste instantie bij uw kinderarts terecht. De meeste kinderartsen in ons land werken volgens de zogeheten 'Leidraad voor de medische begeleiding van kinderen met het Downsyndroom'. Vanaf de leeftijd van 16 jaar stopt de begeleiding van de kinderarts en kan deze worden overgenomen door een AVG (een arts voor verstandelijk gehandicapten).