Bij mensen met een matige of ernstige verstandelijke beperking vindt de communicatie meestal plaats via een derde persoon. Hierdoor ontstaat een driehoek, waarbij alle betrokkenen (cliënt/bewoner, ouders/vertegenwoordigers en de hulpverleners) een eigen rol hebben. Elke betrokkene heeft daarbij zijn eigen deskundigheid.
Het is belangrijk dat goed naar elkaar wordt geluisterd en dat iedereen elkaar begrijpt. Samen weet je meer en kom je sneller tot oplossingen. Het is belangrijk dat zowel de persoon met de beperking als ook de derde persoon, tot zijn recht komen in een gesprek. Het is de taak van de zorgprofessional of behandelaar ervoor te zorgen dat de samenwerkingsrelatie voor iedereen duidelijk is. Om de hulpvraag helder te krijgen helpt het als er informatie beschikbaar is over de betrokken cliënt èn het ondersteuningsnetwerk.